Wet die duidelijkheid moet geven over zzp’ers uitgesteld

28 mei 2024

De Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR), de wet die – eindelijk – duidelijkheid zou moeten geven over de vraag wanneer iemand werkzaam is als werknemer (op basis van een arbeidsovereenkomst) en wanneer iemand écht als zelfstandige werkt, kan niet worden ingevoerd in 2025. De invoering van de Wet VBAR is uitgesteld tot 1 januari 2026.

Achtergrond

Zelfstandigen en schijnzelfstandigen houden de gemoederen al jaren bezig. Hoe zat het ook alweer?

Tot 2016 werkten zelfstandigen met de zogenaamde VAR-verklaring. De zzp’er kon met de VAR-verklaring aantonen dat hij als zelfstandige werkte en niet in dienstverband. De opdrachtgever kreeg hiermee fiscale zekerheid; hij hoefde geen rekening te houden met het inhouden van loonheffingen en premies. Het systeem was echter niet waterdicht en ook schijnzelfstandigen konden vrij eenvoudig een VAR-verklaring aanvragen.

Vanaf 1 mei 2026 werd de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties ( Wet DBA) ingevoerd om dit probleem op te lossen. Partijen konden aan de hand van modelovereenkomsten – die onder andere te downloaden zijn op de website van de Belastingdienst – duidelijkheid krijgen over de relatie tussen partijen. In de modelovereenkomsten stond een aantal (geel gearceerde) bepalingen die cruciaal zou zijn voor de kwalificatie van de overeenkomst. Zolang je die bepaling opnam in de overeenkomst én de overeenkomst ook op die wijze uitvoerde, mocht je ervan uitgaan dat de overeenkomst zou worden gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht (en niet als een arbeidsovereenkomst). Op de Wet DBA kwam veel kritiek en al snel werd duidelijk dat ook de Wet DBA vervangen moest worden. Omdat dit niet eenvoudig bleek, werd besloten om de Wet DBA niet te handhaven, behalve voor kwaadwillenden (opdrachtgevers die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laten ontstaan of voortbestaan). Dit noemen we ook wel het handhavingsmoratorium. De Belastingdienst heeft al aangegeven per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium op te zullen heffen.

De Wet VBAR

Binnenkort zullen wij een uitgebreidere blog schrijven over de inhoud van de Wet VBAR. In het kort: de Wet VBAR verduidelijkt de scheidslijn tussen zelfstandigen en werknemers en introduceert een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst. De bedoeling was om de Wet VBAR met ingang van 1 januari 2025 in werking te laten treden. Minister Van Gennip liet echter al op 16 februari 2024 laten weten dat dit niet realistisch is, vanwege het grote aantal reacties naar aanleiding van de internetconsultatie. Eerst zal moeten worden bezien of deze reacties aanleiding even het wetsvoorstel aan te passen. Ook wordt nog nagedacht over een redelijke overgangstermijn, zodat de markt zich kan voorbereiden. Vandaag kwam naar buiten dat de   inwerkingtreding van het wetsvoorstel waarschijnlijk pas op 1 januari 2026 zal plaatsvinden.

Het uitstel van de Wet VBAR is echter geen reden om achterover te leunen. Het voornemen is nog steeds om het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 op te heffen, zodat de Belastingdienst vanaf die datum in alle gevallen weer correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen kan gaan opleggen, indien sprake is van schijnzelfstandigheid.

Stuur ULTEAM een bericht

Liever direct een bericht sturen? Dit kan naar info@ulteamadvocaten.nl