Gedetineerd en ziek: recht op loon?

28 maart 2024

Heeft een gedetineerde zieke werknemer recht op loon?

Dat is de vraag waarover de kantonrechter Zutphen zich recent heeft gebogen.

Wat speelde er?

De werknemer in deze kwestie werd op 11 juli 2022 arbeidsongeschikt in verband met (ernstige) psychische problematiek. Enige tijd later, op 4 december 2022, heeft de werknemer thuis zijn echtgenote aangevallen. Hierop is de werknemer in voorlopige hechtenis geplaatst. De werkgever heeft per 1 januari 2023 de loonbetaling stopgezet. Op 16 februari 2023 is de voorlopige hechtenis geschorst, waarna klinische behandeling op een penitentiair psychiatrische afdeling is gestart. Bij vonnis van de meervoudige strafkamer wordt geoordeeld dat de werknemer volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van het aanvallen van zijn echtgenote. Hij wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. Aan de werknemer wordt de maatregel van tbs opgelegd met voorwaarden. Een van deze voorwaarden was de opname in een zorginstelling zoals reeds gestart op 16 februari 2023. Sinds 11 december 2023 verbleef de werknemer weer thuis. Hij start vervolgens een procedure tegen zijn werkgever en vordert achterstallig loon.

Uitgangspunten

De kantonrechter formuleert de volgende uitgangspunten voor de beoordeling van de vraag of de werkgever gehouden is het gevorderde loon te betalen. In artikel 7:628 BW is bepaald, dat de werkgever ook loon moet voldoen als de werknemer geen arbeid heeft verricht. Volgens hetzelfde artikel hoeft de werkgever dit echter niet, als het niet verrichten van de arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. De omstandigheid dat een werknemer in detentie is geplaatst komt in beginsel voor rekening van de werknemer. In artikel 7:629 BW is bepaald dat als geen arbeid wordt verricht vanwege ziekte, de werknemer recht op loon behoudt.

In deze kwestie stond vast dat de werknemer gedurende de tijd dat hij in voorlopige hechtenis was geplaatst en in de periode waarin hij was opgenomen op de penitentiair psychiatrische afdeling, geen arbeid kon verrichten. Vast staat ook, dat de werknemer vanaf 11 juli 2022 en gedurende de gehele genoemde periode ziek was.

Welke bepaling prevaleert dan: artikel 7:628 BW (geen loon) of artikel 7:629 BW (wel loon)?

 

Oordeel kantonrechter: wel recht op loon


Uit de opname van de werknemer op de psychiatrische afdeling en het oordeel van de strafrechter dat de werknemer ten tijde van het aanvallen van zijn echtgenote volledig ontoerekeningsvatbaar was, moet worden afgeleid dat bij de werknemer sprake was van ernstige psychische problematiek. Uit het vonnis van de strafrechter kan volgens de kantonrechter niet anders worden geconcludeerd dan dat deze ziekte van de werknemer heeft geleid tot het aanvallen van zijn echtgenote. De voorlopige hechtenis en de opname op de penitentiair psychiatrische afdeling zijn hiermee naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van deze ziekte. Hieruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter dat de ziekte als de primaire oorzaak van de verhindering van de werknemer om te werken moet worden aangemerkt. Dit betekent dat in dit geval het bepaalde in artikel 7:629 BW prevaleert.

De werkgever werd door de kantonrechter veroordeelt het achterstallige loon alsnog aan de werknemer te betalen.  

Conclusie

Bij samenloop van ziekte en een andere reden waarom een werknemer niet kan werken, heeft de werknemer niet in alle gevallen recht op loon. Twijfel jij of jouw werknemer recht heeft op loon?  Wij denken graag mee.

Stuur ULTEAM een bericht

Liever direct een bericht sturen? Dit kan naar info@ulteamadvocaten.nl