Enige tijd geleden stelden wij de vraag of er nog toekomst is voor het concurrentiebeding. Vooralsnog houdt het concurrentiebeding de gemoederen nog flink bezig, zo blijkt uit de gepubliceerde jurisprudentie van de afgelopen tijd. Uit een recent verschenen uitspraak van de Rechtbank Rotterdam blijkt dat je een werknemer nog steeds kunt houden aan een overeengekomen concurrentiebeding, dat het betalen van een vergoeding (door de werkgever) niet snel aan de orde is en dat ook een matiging van de (aanzienlijke) boete voor de werknemer geen zekerheid is. Werknemers die een overeengekomen concurrentiebeding schenden, zijn dus gewaarschuwd!
Wat speelde er?
De werkneemster werkte tot 1 februari 2024 bij Charterama als underwriting manager. Charterama is een verzekeringsbedrijf in de maritieme sector en is gespecialiseerd in Charterers Liability Insurance, een verzekeringsproduct voor de scheepvaart. In de arbeidsovereenkomst stond een concurrentie- en relatiebeding voor de duur van één jaar na beëindiging van het dienstverband met daaraan gekoppeld een boete. Na haar dienstverband bij Charterama is de werkneemster gaan werken bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als senior beleidsmedewerker. Per 1 juli 2024 is zij in dienst getreden bij een andere werkgever als senior underwriter P&I. Deze werkgever is ook actief binnen de maritieme verzekeringswereld en biedt onder andere Charterers Liability Insurance aan. Deze werkgever kon worden aangemerkt als een concurrent van Charterama. Charterama heeft de werkneemster voorafgaand aan haar indiensttreding bij de concurrent laten weten dat zij haar aan de overeengekomen bedingen zou houden, toch is de werkneemster in dienst getreden.
Concurrent?
De werkneemster stelde dat zij zich uitsluitend met een ander verzekeringsproduct (Euro P&I) zou gaan bezighouden, maar de kantonrechter acht het aannemelijk dat de werkneemster bij de concurrent ook werkzaamheden zal gaan verrichten op het gebied van Charterers Liability Insurance. De werkneemster zou namelijk gaan werken op de afdeling die de producten Euro P&I en Charterers Liability Insurance aanbiedt. Het is volgens de kantonrechter niet aannemelijk dat er een zodanige scheiding tussen die producten is dat gegarandeerd kan worden dat de werkneemster haar kennis en ervaring op het gebied van Charterers Liability Insurance niet zal gebruiken.
Redelijkerwijs noodzakelijk?
Het concurrentie- en relatiebeding is redelijkerwijs noodzakelijk vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. Charterama heeft een zwaarwegend belang om de werkneemster aan het beding te houden om haar bedrijfsdebiet te beschermen. Charterama had voldoende aannemelijk gemaakt dat de werkneemster specifieke kennis heeft over essentiële strategische informatie, bedrijfsinformatie en prijsinformatie van Charterama. De werkneemster kan deze informatie bij de concurrent gebruiken en dit heeft tot gevolg dat de concurrent door de overstap van de werkneemster in het voordeel is ten opzichte van Charterama.
Niet onbillijk benadeeld
In verhouding tot het belang van Charterama wordt de werkneemster niet onbillijk benadeeld. Een positieverbetering is niet voldoende om aan te nemen dat de werkneemster onbillijk wordt benadeeld door handhaving van het beding. Bovendien was die positieverbetering ook bij Charterama mogelijk geweest. Het recht op en belang bij vrije arbeidskeuze wordt, gelet op de duur van het beding, niet zodanig belemmerd dat dat een onbillijke uitkomst oplevert. Het beding werd door Charterama niet gebruikt om de werkneemster aan zich te binden (daarvoor is een concurrentiebeding immers niet bedoeld).
Geen vergoeding
De werkneemster vorderde nog een maandelijkse vergoeding, maar deze vordering wordt afgewezen. Het feit dat zij door handhaving van het beding salaris misloopt is voor haar eigen risico. De werkneemster had zelf haar arbeidsovereenkomst(en) opgezegd. Het is niet aannemelijk dat het beding de werkneemster in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van Charterama werkzaam te zijn. De werkneemster kan, door in de tussentijd bij een andere werkgever te werken (die geen concurrent is van Charterama) in haar levensonderhoud voorzien.
Matiging boetes?
Door de indiensttreding bij de concurrent per 1 juli 2024 heeft de werkneemster het concurrentie- en relatiebeding overtreden. Gevolg: de werkneemster is de boetes verschuldigd.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om de boetes (€ 15.000,00 en € 750,00 voor elk dag(deel) dat de overtreding heeft plaatsgevonden en voortduurt) te matigen. De werkneemster was zich bewust van het bestaan van het beding op het moment dat ze ging werken bij de concurrent. Daarbij had de werkneemster er zelf voor gekozen de uitkomst van deze procedure niet af te wachten. De gevolgen van een en ander komen dan ook voor haar eigen rekening en risico.
ULTEAMe tip werkgevers
Werkgevers hebben nog steeds de mogelijkheid om werknemers met wie schriftelijk een concurrentiebeding is overeengekomen aan dit beding te houden, mits het concurrentiebeding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen (bescherming bedrijfsdebiet) en de werknemer door het concurrentiebeding niet onbillijk wordt benadeeld. Als een werknemer door de werkgever expliciet wordt gewaarschuwd en desondanks en bewust bij de concurrent in dienst treedt (zonder zelf in kort geding om schorsing van het concurrentiebeding te verzoeken of de uitkomst van een door de werkgever gestart kort geding af te wachten) kan het zelfs zo zijn dat matiging van de boete niet in de rede ligt.